boter op zijn hoofd hebben 1.0
zichzelf in een bepaald opzicht ook iets te verwijten hebben; mede schuldig zijn
Algemene voorbeelden
Zeven ministers en twee gouverneurs moesten opstappen nadat een hawala, of illegale deviezenhandelaar, bekende meer dan honderd hoge ambtenaren en politici te hebben betaald in ruil voor gunsten. Hoewel politici van alle partijen boter op het hoofd hadden, werd toch vooral het blazoen van de Congrespartij besmeurd.